Koninklijke Nederlandse Kennelclub "Cynophilia"
Koninklijke Nederlandse Kennelclub "Cynophilia"
Weimaraner

Weimaraner

Weimaraner

Oorspronkelijk doel

Bij de jacht is de Weimaraner een hartstochtelijke en volhardende werkende allround jachtgebruiks-hond. Hij wordt gebruikt bij het werk voor het schot (voorstaan), maar is vooral goed inzetbaar bij het werk na het schot (nazoek, zweetspoor) en is een prima apporteur zowel te land als uit het water.

Beknopte geschiedenis

In het begin van de 19e eeuw, werd de Weimaraner gefokt aan het Hof van Groot Hertog Karl August von Sachsen Weimar Eisenach (1757-1828). Later, in het midden van de 19e eeuw, was de fokkerij bijna uitsluitend in handen van beroepsjagers en boswachters. In twee regio’s van Duitsland kwam de Weimaraner tot opbloei: het midden van Duitsland in de regio Thüringen (Weimar, Eisenach) en in noord west Duitsland in de regio Ostfriesland). Vanaf ongeveer 1890 werd het ras planmatig gefokt en stamboekmatig vastgelegd. Naast de kortharige Weimaraner kwam er rond 1900, zij het slechts zeldzaam, een langharige en later een stokharige variëteit voor. De stokhaar verdween uit de standaard in 1980. De Weimaraner werd sinds zijn stamboekmatige registratie rond 1890 zuiver gefokt en heeft sinds die tijd nooit inkruisingen van andere rassen toegestaan, met name niet van de Pointer. Daarmee is de Weimaraner vermoedelijk het oudste zuiver geforte Duitse voorstaande hondenras.

VroegerNu

Treff von Sandersleben
(fokker Ritmeester Pitzschke)
(bron Graaf van Bylandt)
anno 1900

FCI

Heidi v Artlande (bron Richnow)
anno 1912

FCI
Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-99)Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk
Middelgrote tot grote jachtgebruikshond. Zilver-, Ree-, of muisgrijs. Doelmatig werktype, schoon van vorm, pezig, met krachtige bespiering. Het geslachtstype moet duidelijk tot uiting komen.Het oorspronkelijke doel van de Weimaraner was en is dat van een veelzijdige breed in te zetten jachthond, die jaagt, het wild voorstaat, sporen uitwerkt en apporteert (of zoals de Engelsen dat uitdrukken een HPR (Hunt, Point & Retrieve). Het uiterlijk van het Europese type van de Weimaraner (zie de foto links van Heidi von Artlande uit 1912) is nauwelijks veranderd. Door de afwezigheid van Pointerbloed en zijn vermoedelijke afstamming van de Leithund munt hij niet zelden uit bij het werk na het schot en het zweetwerk, maar blijven zijn prestaties op het gebied van veldwerk achter bij de andere Continentale staande hondenrassen.

Huidig uiterlijk

Er is een groot verschil tussen het Europese en Amerikaanse type Weimaraner, zoals hierboven aangegeven. Bij het Amerikaanse type valt de voorborst op, eveneens de overmatige hoeking van de achterhand en oplopende rugbelijning. Minder zichtbaar mop deze beide plaatjes is de staartaanzet en staartdracht, waarbij de staart van het Amerikaanse type niet zelden nagenoeg recht omhoog steekt. Binnen het Amerikaanse type is ook sprake van een duidelijk verschil tussen het show- en veldwerktype; het showtype is in het algemeen groot en zeer aan de maat, terwijl het veldwerktype veel kleiner is. Een vergelijkbare ontwikkeling zien wij bijvoorbeeld bij de Pointer, waarbij een showteef soms groter is dan een veldwerk reu. Het Amerikaanse type kan zeker nuttig zijn om incidenteel in te fokken daar waar het Europese type tekort komt. Echter op zich zelf genomen wijkt het Amerikaanse type op enkele punten af van het ideale rasbeeld van de Weimaraner zoals dat in de FCI standaard wordt geschetst.

Gedrag volgens rasstandaardOorspronkelijk doel in relatie met gedrag
Veelzijdige, gemakkelijk te leiden, karaktervaste en gepassioneerde jachtgebruikshond met systematische en volhardende zoekdrift, maar niet overdreven temperamentvol. Ook waaks, maar niet agressief. Betrouwbaar bij het voorstaan en waterwerk. Opmerkelijke neiging tot werken na het schot.De Weimaraner blijft vrijwel zonder uitzondering op het spoor zonder een dergelijke training. Hij stormt niet wild vooruit, hij is echter een zeer goede veldwerkhond, niet nerveus, gemakkelijk te hanteren, heeft zelden parforce training nodig, niet zachter integendeel, over het algemeen harder dan een Duitse korthaar, minder gevoelig voor de slechte weersomstandigheden omdat hij een dikkere huid en een veel dichtere vacht heeft, betrouwbaar bij het apporteren uit water, pittig, energiek, vaak zeer beschermend en manscherp.
(bron Richnow 1923)

Huidig gedrag

Door mede bij de fokkerij aandacht te schenken aan het gedrag is de Weimaraner weliswaar nog altijd beschermend, maar niet langer agressief en scherp. Zijn beschermingsdrang is met name gericht op zijn eigenaar en de leden van zijn/haar gezin. De Weimaraner moet zijn energie zowel fysiek als geestelijk kwijt kunnen en is beslist geen hond die genoegen neemt met per dag drie keer een blokje om. Als hij voldoende beweging krijgt en ook mentaal wordt uitgedaagd (bijvoorbeeld met zoekopdrachten) is het een fijne kameraad.

Gezondheid *1

Zoals bij ieder levend wezen komen er bij de hond ziektes voor. De rasvereniging De Weimarse Staande Hond controleert fokdieren stelselmatig op heupdysplasie. Er komen echter meer afwijkingen en ziektes voor, zoals elleboogdysplasie, incidenteel oogafwijkingen (entropion, ectropion en distichiasis), hartafwijkingen, zoals DCM (gedilateerde cardiomyopathie) en zoals binnen elk ras komt in beperkte mate ook epilepsie voor. De Weimaraner is een middelgroot ras. De maximum schofthoogte is sinds 1897, de eerste rasstandaard, met 5 centimeter toegenomen, (toen 65 cm, nu 70 cm) en hij is ook zwaarder geworden, (toen maximaal 30 kg, nu 40 kg). Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Weimaraner gevoelig is voor MDV (maagtorsie, draaiing van de maag, waarvan de officiële benaming maagdilatatie-volvulus is). De Weimaraner is vergelijking met andere rassen een relatief gezond ras.

Overig / Aandachtspunten

Niet elke fokker selecteert het fokmateriaal op jachteigenschappen. Wilt u met uw Weimaraner jachthondenproeven en/of veldwedstrijden gaan lopen, zoek dan een fokker die ouderdieren gebruikt die zich in het werk hebben bewezen.

Bron

  • Fédération Cynologique Internationale (FCI)
  • Raad van Beheer (RvB)
  • Graaf van Bylandt
  • Hondenwereld
  • Rasvereniging
  • “Der Weimaraner Vorstehhund”, auteur Richnow in Deutsche Jäger-Zeitung vol 82, nr 8, 28 Oktober 1923
  • Diverse kenners van het ras.

*1 Deze opsomming is niet volledig. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar www.licg.nl waar alle voorkomende ziekten en erfelijke afwijkingen zijn opgenomen en kort beschreven. Het LICG is een onafhankelijke organisatie over het verantwoord kopen en houden van huisdieren.