Koninklijke Nederlandse Kennelclub "Cynophilia"
Duitse Jacht Terriër

Duitse Jacht Terriër

Duitse Jacht Terriër

Oorspronkelijk doel

Jachthond.

Beknopte geschiedenis

Na de eerste wereldoorlog scheidden enkele actieve jagers zich van de getalsmatige sterke fox terrier club om een ras op te bouwen dat uitsluitend gebaseerd was op jachtprestaties.
Dus besloten de ervaren jachtkynologen Rudolf Frieß, Walter Zangenberg en Carl-Erich Grünewald een zwart/rode jachthond voor onder de grond te fokken. Het toeval kwam hun inspanningen te hulp. Dierentuin directeur Lutz Heck / Hagenbeck gaf Walter Zangenberg vier zwart/rode Terriers die afkomstig zouden zijn uit puur gefokte foxterriërlijnen. Met deze honden werd het ras van de Duitse jachtterriër opgericht. Destijds werd Dr. Herbert Lackner een van de grondleggers van het ras.
Samen slaagden ze erin door inkruizen van oud Engelse ruwhaar oerterriers alsook de Welsh Terrier. Om na jarenlange intensieve fokinspanningen het uiterlijk van dit ras vast te leggen.
Gelijktijdig hechte men grote waarde erop om een veelzijdige, harde, spoorluide en waterminnende hond met uitgesproken jachtinstinct en de beste werkeigenschappen te fokken.
In 1926 werd de Duitse Jagdterrier Club e. V. opgericht. Zoals vroeger leggen de fokkers van de Duitse jachtterriër de allergrootste waarde op de bruikbaarheid voor de jacht en karaktersterkte, moed en lef van deze jachthond.

VroegerNu

FCI Rasstandaard

Foto: Alice van Kempen
Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-103)Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk
Kleine terriër, zwart , donkerbruin of grijszwart met taankleurige aftekeningen, compacte, goed geproportioneerde jachtgebruikshond.De Duitse Jachtterrier is een echt gebruikshond en is voornamelijk in handen van jagers. Het is een sterke, solide terriër met een harde weerbestendige beharing.

Huidig uiterlijk

Nog steeds wordt dit ras voor de jacht gebruikt en is vrijwel alleen in handen van jagers. De jachtpassie en de jachtcapaciteiten staan voorop in de fokkerij. De Duitse jachtterriër heeft een harde gladde of ruwharige vacht. De laatste soort wordt in beperkte mate geplukt.

Gedrag volgens rasstandaardOorspronkelijk doel in relatie met gedrag
Moedig en stoer, werklustig en volhardend, vitaal en temperamentvol, betrouwbaar, sociaal en gemakkelijk in de omgang, niet verlegen of agressief.Het karakter van deze werkhond is moedig en gehard. Vaak dominant en wantrouwend tegenover vreemden.

Huidig gedrag

Nog steeds gefokt voor het werk(jachthond) en niet echt geschikt als gezinshond. Met een goede opvoeding is veel te bereiken, maar dit ras heeft vaak een vrij dominant karakter.

Gezondheid *1

Zoals bij ieder levend wezen komen er bij de hond ziektes voor, er is geen rasvereniging van dit ras. Maar controle, bij de fokdieren, op de ogen, Epilepsie en Patella Luxatie is aan te bevelen.

Overig / Aandachtspunten

Bron

  • Fédération Cynologique Internationale (FCI)
  • Graaf van Bylandt
  • Hondenwereld
  • Rasvereniging
  • Diverse kenners van het ras

*1 Deze opsomming is niet volledig. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar www.licg.nl waar alle voorkomende ziekten en erfelijke afwijkingen zijn opgenomen en kort beschreven. Het LICG is een onafhankelijke organisatie over het verantwoord kopen en houden van huisdieren.