Australian Cattle Dog
Oorspronkelijk doel
Veedrijver en waakhond.
Beknopte geschiedenis
De Australian Cattle Dog is gefokt om veefokkerij te helpen. De belangrijkste gewenste eigenschap
was een sterke, stoere hond, met groot uithoudingsvermogen en het vermogen om wild vee bijeen te drijven en verplaatsen. Reeds geïmporteerde werkhondenrassen hadden deze eigenschappen niet.
Omdat de eerste kolonisten weinig arbeiders hadden, ontstonden er problemen bij de controle van de kuddes runderen en schapen. De meesten landerijen waren niet omheind en het bushland was nog niet geruimd. Om een probleemloos werken met schapen en runderen veilig te stellen, zijn de kolonisten hondenrassen gaan fokken, die dit werk voor hun konden doen.
De vroege kolonisten hebben weinig opgeschreven over hun fokkerij zodat het, ondanks intensief onderzoek naar de oorsprong, verschillende meningen zijn ontstaan.
Toch wordt algemeen aangenomen dat het ras een kruising is van blauwgrijze korthaar Collies met de dingo en een latere kruisingen van Dalmatiërs en zwart met tan honden met Kelpie bloed.
Er werden ook andere kruisingen geprobeerd, bijvoorbeeld een Bull Terrier, maar deze waren niet succesvol voor het werken met vee.
Vroeger | Nu |
---|---|
HW 1991 | Foto: Alice van Kempen |
Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-287) | Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk |
---|---|
Het algemene beeld vertegenwoordigt een krachtig, compact en symmetrisch gebouwde werkhond die in staat is en de wil heeft om de hem opgedragen taak te volbrengen, hoe zwaar die ook is. Het samengaan van substantie, kracht, balans en functionele, sterke bespiering moet de indruk wekken van grote beweeglijkheid, kracht en uithoudingsvermogen. Elk teken van traagheid of zwakte is een ernstige fout. | Hoeden en drijven van vee. Hoegenaamd niet verandert in uiterlijk. |
Huidig uiterlijk
Kortharige hond in de kleuren Blauw of Rood gespikkeld. Tan kleurige aftekeningen zijn op bepaalde plaatsen toegestaan. Grotere vlekken zijn ongewenst. De ondervacht mag niet licht van kleur zijn. De maten zijn: teven tussen 43-48 cm, en reuen tussen 46-51 cm.
Gedrag volgens rasstandaard | Oorspronkelijk doel in relatie met gedrag |
---|---|
Door zijn toewijding en zijn aangeboren beschermende instinct is de Australische Cattle Dog de geboren beschermer van de herder, zijn kudde en bezittingen. Ondanks zijn natuurlijke wantrouwen jegens vreemden, moet hij vooral in de showring goed te benaderen zijn. Iedere vorm in lichaamsbouw dat het vermogen van de hond om te werken beïnvloedt, moet als zware fout aangerekend worden. Zoals de naam van het ras aangeeft is het werk van deze honden, het hoeden en drijven van vee, zowel in wijd open land als ook in begrensde gebieden, een opgave die hij op onnavolgbare wijze vervuld. Hij is altijd attent, buitengewoon intelligent, waakzaam, moedig en betrouwbaar; zijn onvoorwaardelijke toewijding aan de plicht typeert hem als de ideale werkhond. | Zelfstandig werkende hond. |
Huidig gedrag
De Australian Cattle Dog heeft een zeer zelfstandig en tamelijk onverzettelijk karakter. Door deze karaktereigenschappen heeft hij een consequente opvoeding nodig.
Gezondheid *1
Zoals bij ieder levend wezen komen er bij de hond ziektes voor, de vereniging controleert de fokdieren op: HD, ED, ECVO oogonderzoek en onderzoek naar doofheid.
Overig / Aandachtspunten
—
Bron
- Fédération Cynologique Internationale (FCI)
- Graaf van Bylandt
- Hondenwereld
- Rasvereniging
- Diverse kenners van het ras
*1 Deze opsomming is niet volledig. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar www.licg.nl waar alle voorkomende ziekten en erfelijke afwijkingen zijn opgenomen en kort beschreven. Het LICG is een onafhankelijke organisatie over het verantwoord kopen en houden van huisdieren.