Dwerg Schnauzer
Oorspronkelijk doel
Boerderijhond die uitblonk in het bestrijden van alle ongedierte.
Beknopte geschiedenis
Rond het jaar 1900 vond in de omgeving van Frankfurt am Main een Schnauzerdwerg zijn weg, die toen nog ruwharige Dwergpinscher werd genoemd. Het was geen gemakkelijke opgave, uit de verschillende verschijningsvormen, maten en types en de wirwar van harde, zachte en zijdeachtige vachten, een kleine hond te fokken, die in uiterlijk en in karakter volledig op zijn grote broer, de Schnauzer, leek.
Vroeger | Nu |
Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-183) | Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk |
---|---|
Klein, krachtig, eerder gedrongen dan slank, ruwharig, elegant, de verkleinde versie van de Schnauzer, zonder de voor dwergrassen typische gebreken. | Stalhond, rattenvanger, ongedierteverdelger, kuddebewaker, huis-en tuinbewaker, begeleider van rijtuigen, veedrijver, maar ook kindervriend. Samengevat: een algemeen nuttige rol op elk gebied van het landleven, in opdracht of uit eigen initiatief. |
Huidig uiterlijk
In vergelijking met de beschrijving in de rasstandaard tegenwoordig vooral een meer luxe hond dan werkhond, mede door vaak overdreven, niet functionele (onvoldoende hard en te lange) vachten, de vaak wat steilere fronten en de te sterke hoeking van de hak (sikkelhak) met als gevolg kort gangwerk.
Gedrag volgens rasstandaard | Oorspronkelijk doel in relatie met gedrag |
---|---|
Zijn karaktertrekken komen overeen met die van de Schnauzer en worden beïnvloed door het bij een dwerghond behorende temperament en gedrag. Schranderheid, onverschrokkenheid, uithoudingsvermogen en waakzaamheid maken de Dwergschnauzer tot een prettige huishond en ook als waak- en begeleidingshond, die zonder problemen in een kleine woning kan worden gehouden. | Door zijn onverschrokkenheid zeer geschikt als waakhond. Vanuit zijn slimheid en dapperheid bestrijder van verschillende soorten ongedierte. |
Huidig gedrag
Zoals beschreven in de rasstandaard, maar dan veelal in wat mindere mate. Nog steeds een fijne kindervriend, trouw aan zijn baas en wakend over zijn terrein. Vrolijk, trouw, vastberaden, soms zelfs koppig en zeker niet onderdanig, maar zeer zeker wel betrouwbaar.
Gezondheid
Over het algemeen een gezond ras. Zelden komt epilepsie en cryptorchidie voor. Soms cataract, PRA en hypothyreoïdie.
Overig / Aandachtspunten
Vierkante bouw , constructie achterhand, vachtstructuur en -kleur. Uitvoeren van gezondheidsonderzoeken, ook met behulp van DNA.
Bron
- Fédération Cynologique Internationale (FCI)
- De Riesenhorst
- PSK-VDH
- foto’s Allice van Kempen
- J. van Dijk