Norfolk Terriër

Norfolk Terriër

Oorspronkelijk doel

Jachthond en ongedierte bestrijder.

Beknopte geschiedenis

Voor de opbouw van het ras werden o.a. gebruikt kleine rode Ierse Terriers en Old English Black & Tan Terriers. In het verleden werd dit ras veelvuldig gebruikt als ongediertebestrijder maar ook als jachthond in kleine meutes.
Door de jaren heen ontstonden er twee varianten; de Norfolk Terriër en de Norwich Terriër. Sinds 1964 is de Norwich Terriër als zelfstandig ras erkend. Uiteindelijk werd in 1976 de eerste Norfolk Terriër naar Nederland gehaald.

Vroeger	Nu
HW 1978	Foto: Alice van Kempen

Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-272)	Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk
Kleine, lage, alerte hond, compact en sterk, korte rug, goed van substantie en bot. Eervolle littekens door het werk toegestaan.	Ongedierte bestrijder, door zijn formaat zijn alle ruimtes voor hem toegankelijk.

Huidig uiterlijk

Compact. Goed bone. Ruime borstkas. Harde rechte vacht. Alle tinten rood, tarwekleurig, zwart met tan of grauw.

Gedrag volgens rasstandaard	Oorspronkelijk doel in relatie met gedrag
Oplettend en onbevreesd.	Een van de kleinste Terriërs, een “duiveltje” voor zijn afmetingen. Beminnelijk van aard, niet twistziek, sterk gestel.

Huidig gedrag

Vrolijk, vriendelijk, een gezinshond. Past zich makkelijk aan en heeft een consequente opvoeding nodig.

Gezondheid *1

Zoals bij ieder levend wezen komen er bij de hond ziektes voor, de Norfolk terrier is een relatief gezond ras. De vereniging controleert op diverse ziekten die voor kunnen komen zoals hart-, oog- en knieziekten en levershunt. De club neemt deel aan CHIC programma om ziektes in de toekomst te voorkomen.
Ze kunnen makkelijk 15 jaar worden.

Overig / Aandachtspunten

—

Bron

• Fédération Cynologique Internationale (FCI)
• Graaf van Bylandt
• Hondenwereld
• Rasvereniging
• Diverse kenners van het ras