Oost Siberische Laika

Oost Siberische Laika

Oorspronkelijk doel

Jachthond voor alle soorten van jacht.

Beknopte geschiedenis

Deze uit Rusland afkomstige jachthond, is een van de belangrijkste jachthonden in het Taiga-gebied en ook in de berggebieden van Midden- en Oost-Siberië. De heeft zich uit afstammelingen van Tungus-, Yakut-, Laiki ontwikkeld. De eerste beschrijving van de Amur Laiki, welke later als basis werd voor de rasstandaard, dateert vanaf het begin van de 20e eeuw. In 1947 kreeg het ras Oost-Siberische Laika status. In 1949 werd de voorlopige standaard gepubliceerd en in 1981 de definitieve standaard geaccepteerd.
Tegenwoordig is de Oost-Siberische Laika in zijn geboorte- thuisland wijdverbreid. In het Irkoetsk-gebied van de Russische Federation was fokmateriaal van kennels met goede typische honden en het vermogen om te werken aanwezig. Er is een grote populatie van het ras in het Europese deel van Rusland, met name in het gebied van Leningrad, Smolensk, Tyer en delen van de regio Moskou.
De Oost-Siberische Laika wordt ook in Scandinavië erkend.

Vroeger	Nu
FCI Rasstandaard	Foto: Alice van Kempen

Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-305)	Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk
Een middelgrote hond met een sterke en compact bouw. De lengte van het lichaam, van de voorborst tot het zitbeen, is iets groter dan de hoogte tot de schoft. Het hoofd is vrij groot en zeer krachtig. De spieren zijn goed ontwikkeld. Sterke botstructuur, sterker bij reuen dan bij de teven. De geslachtsverschillen zijn duidelijk aangegeven.	—

Huidig uiterlijk

—

Gedrag volgens rasstandaard	Oorspronkelijk doel in relatie met gedrag
Kalm, evenwichtig wezen. Een krachtige hond met een goed ontwikkelde reukzin en een sterke passie voor het opzoeken van wild en jagen, vooral grote prooien. Zeer onafhankelijk tijdens de jacht. Vriendelijk voor mensen, zachtaardig en betrouwbaar.	Het ras wordt vrijwel uitsluitend gefokt voor jagers door jagers. Daarom een hond met een zeer grote jachtpassie waar mee gewerkt, bij voorkeur gejaagd, moet worden en die veel beweging en geestelijke uitdaging nodig heeft. Zo niet dan kunnen gedragsproblemen ontstaan.

Huidig gedrag

Evenwichtig, kalm, aanhankelijk en gevoelig. Loyaal naar het gezin en de roedel. Heeft menselijk gezelschap nodig. Tegenover vreemden open en vriendelijk, teven kunnen gereserveerder zijn. Heeft een sterk roedelinstinct en kan agressief reageren als een vreemde hond de roedel nadert. Reuen zijn over het algemeen dominant naar andere reuen. Is onverschrokken en moedig en hoort niet angstig te zijn. De blafdrempel is per hond verschillend. Het is een niet moeilijk te trainen hond, mits hij een consequente en rechtvaardige opvoeding krijgt, waarbij een harde aanpak moet worden vermeden.

Gezondheid *1

Zoals bij ieder levend wezen komen er bij de hond ziektes voor, de rasvereniging controleert op HD, ECVO oogonderzoek en DNA test voor POAG.

Overig / Aandachtspunten

—

Bron

• Fédération Cynologique Internationale (FCI)
• Graaf van Bylandt
• Rasvereniging
• Diverse kenners van het ras