Koninklijke Nederlandse Kennelclub "Cynophilia"
Koninklijke Nederlandse Kennelclub "Cynophilia"
Zweedse Lappenhond

Zweedse Lappenhond

Zweedse Lappenhond

Oorspronkelijk doel

Hoeden van rendieren, waakhond en gezelschapshond.

Beknopte geschiedenis

De Zweedse Lappenhond (een Scandinavische Spits vroeger gebruikt door de nomadische Lappen voor het hoeden van rendieren) is al eeuwen bekend in de Noordelijke gebieden.

VroegerNu

Graaf van Bylandt 1904

Foto: Hannie Warendorf
Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-135)Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk
Typische Spits van iets minder dan middelmatige grootte met een trots gedragen hoofd. De vacht is weerbestendig.Kan prima mee op lange trektochten, door bergen en dalen. Ook geschikt voor schapen hoeden.

Huidig uiterlijk

Rechthoekig, iets kleiner dan middel grootte hond. Levendig en alert. Ronde schedel die iets langer is dan breed. Voorsnuit iets meer dan 1/3 lengte hoofd. Ronde donker bruine ogen, veel expressie.
Driehoek oor, top gerond. Rechte rug , met brede croupe, zeer wel bespierd. Diepe borst, lange ribbenkast. Goede voorborst. Goede hoekingen, staart hoog aangezet en over de rug gedragen tijdens het gaan. Lichtvoetig ruim gangwerk. Kleur vacht zwart, mag wat berenbruine gloed hebben. Dikke dubbele vacht met manen.

Gedrag volgens rasstandaardOorspronkelijk doel in relatie met gedrag
Levendig, alert, vriendelijk en aanhankelijk. De Lappenhond is zeer open en werkwillig. Zijn vaardigheden als goede waak- en herdershond maken hem zeer bruikbaar bij de rendierhandel. Zeer veelzijdig, geschikt voor gehoorzaamheidstraining, behendigheid, hoeden, speuren, etc. Gemakkelijk te trainen, veel uithoudingsvermogen en taaiheid.Werd gebruikt voor het hoeden van rendieren in grote populaties. Bewaken van de kinderen. Weerbestendige vacht die ook voor warmte kon zorgen in de extreme kou voor de kinderen, tijdens de trek met de rendieren.

Huidig gedrag

Prima levendige gezinshond.

Gezondheid *1

Bij ieder levend wezen komen ziektes voor, bij dit ras komt een vorm van PRA (oogaandoening) voor, waar alle honden die voor de fok ingezet worden via DNA op getest en geselecteerd worden. Lijders van deze aandoening worden voor de fok uitgesloten.

Overig / Aandachtspunten

Oren mogen tippen, is niet gewenst maar ook geen uitsluitende fout. Vacht kleurt soms wat berenbruin, is acceptabel. Mag witte vlek op borst aan poten en uiteinde staart hebben.

Bron

  • Fédération Cynologique Internationale (FCI)
  • Graaf van Bylandt
  • Rasvereniging
  • Diverse kenners van het ras

*1 Deze opsomming is niet volledig. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar www.licg.nl waar alle voorkomende ziekten en erfelijke afwijkingen zijn opgenomen en kort beschreven. Het LICG is een onafhankelijke organisatie over het verantwoord kopen en houden van huisdieren.