Engelse Cocker Spaniel

Engelse Cocker Spaniel

Oorspronkelijk doel

Van oorsprong een jachthond speciaal om wild op te drijven op diverse (dichte begroeide terreinen), indertijd speciaal geschikt voor de houtsnip.

Beknopte geschiedenis

Stamt af van oude Spaniels, waar land en water Spaniels zijn ontstaan. Speciaal geschikt voor de jacht op de “woodcock” (houtsnip) hier komt waarschijnlijk ook zijn naam vandaan. Nauw verwant aan de Field Spaniel. De hond “Obo” komt in vele stambomen voor.

Vroeger	Nu
	Foto met toestemming eigenaar

Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-005)	Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk
Vrolijk, stevig, voor de jacht geschikt; evenredig gebouwd; compact; hetzelfde gemeten van de schouderpunten tot de grond als van de schouderpunten tot de staartaanzet.	Zijn lichaam moet compact zijn met gemiddelde hoekingen, deze bouw is nodig om wendbaar te zijn en hierdoor zeer geschikt in de dichte begroeiingen, is dan ook bij uitstek geschikt voor dit werk. Slanke en ranke, maar ook te sterk gehoekte types zijn hiervoor minder geschikt. Ook de vacht is functioneel glad en zijdeachtig niet overdreven veel haar.

Huidig uiterlijk

Er worden duidelijk verschillende types gezien, de correcte types naast de smalle en ranke honden. We spreken dan ook van een Scandinavisch type en Engels type.
Er is een groot verschil met de Cockers van 100 jaar geleden.

Gedrag volgens rasstandaard	Oorspronkelijk doel in relatie met gedrag
Blije hond met onvermoeibaar staartspel, toont een typische actieve beweging, vooral bij het volgen van een spoor, onverschrokken in ondoordringbaar struikgewas. Zachtaardig en aanhankelijk, maar vol leven en uitbundigheid.	Een stöberhondje bij uitstek, die uit dicht struikgewas alle wild naar buiten jaagt en voor jager brengt. Werklust en temperament zijn hierbij noodzakelijk.

Huidig gedrag

Een Engelse Cocker moet “Merry, Merry, Merry” zijn.
Over het algemeen prima temperament, maar er worden ook wel honden gezien die dit missen. In sommige landen wordt hier onvoldoende op gelet.

Gezondheid *1

Zoals bij ieder levend wezen komen er bij de hond ziektes voor, de vereniging controleert hierop, er komt voor: HD, PRA, Nieraandoening.
Controle verplicht bij fokdieren DNA test op PRA en een nieraandoening (FN), HD. Bij bonte honden met veel wit komt doofheid voor, ook hiervoor is een test beschikbaar. Gemiddelde levensverwachting 12-14 jaar.

Overig / Aandachtspunten

Temperament is bij dit ras essentieel, levendig met altijd kwispelende staart. Gedrukt is een ernstige fout. Smalle borstpartij en lichaam. Vlakke ribben. Missen van bone en substantie. Topline niet strak.
Grof hoofd, hoekig. Hoekingen ruimer of minder dan gemiddeld.
Staartaanzet zit vaak te hoog, bovendien te strak.

Bron

• Fédération Cynologique Internationale (FCI)
• Rasvereniging
• Ervaren kynologen