Koninklijke Nederlandse Kennelclub "Cynophilia"
Koninklijke Nederlandse Kennelclub "Cynophilia"
Boxer

Boxer

Boxer (ook wel Deutscher Boxer)

Oorspronkelijk doel

Jacht, bewaken en geleidehond.

Beknopte geschiedenis

Eind 19de eeuw is de boxer ontstaan uit de o.a. de Brabantse bullebijter Engelse Bulldog , Dantziger Dogge e.a. Een atletisch, vierkant, middelgroot gebouwde hond die ook moedig, snel en wendbaar moest zijn. Zijn naam heeft de boxer waarschijnlijk aan de manier van spelen te danken maar zeker is dit niet. De Duitse boxerclub is in 1896 opgericht en in 1905 is de standaard goedgekeurd .De Nederlandse Boxerclub is in 1905 opgericht en daarmee een van de oudste rasverenigingen in Nederland.

VroegerNu

1934 Lustig von Dom

Bailey 2020
Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-144)Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk
De Boxer is een middelgrote, krachtige, kortharige, vierkant gebouwde hond met sterke benen en katvoeten. Krachtig ,droog bespierd en voldoende adel/elegantie loopt de boxer soepel met krachtige uitgrijpende gangen. De boxer mag nooit lomp/zwaar dan wel te licht/smal zijn.Krachtig en functioneel gebouwd. Zo ook wendbaar en kort van bouw.

Huidig uiterlijk

Zie foto met zeer fraaie gestroomde teef anno 2020.

Gedrag volgens rasstandaardOorspronkelijk doel in relatie met gedrag
De boxer waakzaam, aanhankelijk en trouw aan zijn familie en zal deze onverschrokken verdedigen. Een hond met veel temperament en energie altijd in voor een spelletje/trainen of wandeling en doet dit graag tot op hoge leeftijd.Jacht, veedrijven en bewaken.

Huidig gedrag

Vriendelijke, enthousiaste en waakzame veelzijdige huishond. De boxer is geschikt voor veel hondensporten, maar een fijne wandeling met zijn baas is natuurlijk ook helemaal top.

Gezondheid *1

Zoals bij ieder levend wezen komen er bij de hond ziektes voor, de vereniging controleert hierop.
De fokdieren worden getest op HD, hart en spondylose.

Overig / Aandachtspunten

Het juiste gebit (ondervoorbeet) breed, recht met grote krachtige elementen, gewaakt moet worden voor te smalle kaak en kleine tanden, te korte neuzen en te kleine neusgaten, te grote en lompe exemplaren, slechte hoekingen met slechte voeten, te veel rimpels en keelhuid.

Bron

  • Fédération Cynologique Internationale (FCI)
  • Graaf van Bylandt
  • Rasvereniging
  • Diverse kynologen.

*1 Deze opsomming is niet volledig. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar www.licg.nl waar alle voorkomende ziekten en erfelijke afwijkingen zijn opgenomen en kort beschreven. Het LICG is een onafhankelijke organisatie over het verantwoord kopen en houden van huisdieren.