Koninklijke Nederlandse Kennelclub "Cynophilia"
CYNOPHILIA 130 JAAR

CYNOPHILIA 130 JAAR

Heeft men het over de Raad van Beheer, dan weten heel veel mensen waarover gesproken wordt en heel opvallend, veel mensen geven dan ook gevraagd of ongevraagd, een al dan niet positieve mening over dit ‘overkoepelend orgaan’ van de Nederlandse kynologie.
Zeggen wij echter Cynophilia dan wordt het verhaal en de naambekendheid aanmerkelijk anders. Een enkeling legt een verband tussen deze naam en de Winnertentoonstelling, een ander linkt de naam aan gedrag, gehoorzaamheid en behendigheid en dat is het dan zo ongeveer. Een beetje schraal voor een vereniging die op 1 april 1890, en dat is welgeteld 130 jaar geleden, is opgericht.

Even terugkijken

De oprichting van Cynophilia is eigenlijk een gevolg van enige onvrede. Niets nieuws onder de zon hoor ik de lezer denken, maar hoe leuk is het, voor zover dat mogelijk is, om uit te vinden waarover het ongenoegen ontstaan is. Gelukkig is dat terug te vinden en hoe herkenbaar, het gaat over geld. Wat is er aan de hand? Het is voor veel mensen misschien onvoorstelbaar, maar er is een tijd geweest zonder hondententoonstellingen. Een hond moest in principe werken voor de kost, een enkele uitzondering daar gelaten.

De allereerste hondententoonstelling in Nederland wordt in 1872 georganiseerd door de Hollandse Maatschappij van Landbouw en in Rotterdam gehouden. Deze organisatie, die zich bezig houdt met landbouw, veeteelt, maar ook met bosbouw, organiseert in 1874 nog éénmaal een dergelijk evenement, ditmaal in Amsterdam. Vanaf 1875 wordt er een jaarlijkse hondententoonstelling georganiseerd door de Nederlandse Jachtvereniging Nimrod. Bij deze gelegenheden zijn alle rassen welkom, dus ook de zogenoemde ‘luxe honden’. De benaming ‘luxe hond’ wordt in die tijd vaak gebruikt voor andere rassen, niet zijnde een jachthond. Tot 1886 wordt er (behalve in 1883) jaarlijks, en tot ieders tevredenheid, een tentoonstelling georganiseerd. In 1886 gaat het echter mis. Op de tentoonstelling in Rotterdam wordt een groot verlies geleden. Aangezien het organiseren van hondententoonstellingen slechts één van de verplichtingen van Nimrod ten aanzien van haar leden is, wordt er besloten om in de daaropvolgende jaren geen tentoonstelling te organiseren.

Nederlandse Vereniging van Liefhebbers en Fokkers van Rashonden

Niet iedere liefhebber van rashonden is het daar mee eens en zo wordt er op 1 april 1890 de ‘Nederlandse Vereniging van Liefhebbers en Fokkers van Rashonden’ opgericht. In juni wordt er de naam ‘Cynophilia’ aan toegevoegd. De contributie bedraagt 10 gulden per jaar. Begin 1900 verandert de naam in ‘Nederlandsche Kennelclub Cynophilia’. In datzelfde jaar wordt er door Cynophilia een eerste tentoonstelling in Scheveningen georganiseerd. Ongeveer 300 honden, verdeeld over 50 rassen nemen hieraan deel en de kosten worden door de eerste voorzitter, H.A. Graaf van Bylandt, betaald. Aardig detail is dat bij het 20-jarig bestaan van Cynophilia blijkt dat de, tot op dat moment in totaal 24 georganiseerde tentoonstellingen een gezamenlijk verlies van 48.000 gulden hebben opgeleverd. De eerste tentoonstelling (1926) waar de Winnertitel voor de eerste maal wordt toegekend, laat een batig saldo zien. Dat neemt echter niet weg dat er bij het 60-jarig bestaan de, tot dan toe georganiseerde tentoonstellingen, in de boeken terug te vinden zijn als een verliespost van fl. 85.000,-. Dit deficit wordt weggewerkt door donaties van de leden en geeft aan dat Cynophilia toch wel een heel bijzondere vereniging is. Verliezen, rode cijfers en op de rand van een faillissement, dit lijkt een beetje de rode draad in de geschiedenis van Cynophila te zijn. Net zo goed als dat het heel opmerkelijk is, dat het steeds opnieuw weer de leden zijn die iedere keer in financieel opzicht bijspringen.

Koninklijk

Het is een blijk van erkenning en waardering voor Cynophilia als Z.K.H. Prins Bernhard in 1952 het beschermheerschap van deze vereniging aanvaardt in navolging van Prins Hendrik. Gelijktijdig mag Cynophilia het predicaat ‘Koninklijk’ gaan voeren. Dat de naam Koninklijke Nederlandse Kennel Club Cynophilia voor een totaal ander iets staat dan onze Raad van Beheer, is in het buitenland niet altijd even duidelijk, zeker nu de Raad zich regelmatig presenteert als de Dutch Kennel Club. En ja, dan moet de ingewikkelde maar wel boeiende geschiedenis van de ‘Koninklijke’ wel even uitgelegd worden.

Koninklijke Nederlandse Kennelclub Cynophilia 1890 – 2020.

Cynophilia -letterlijk vertaald betekent dat ‘liefde voor de hond’- heeft de hedendaagse kynologie een aantal zaken gebracht:
De Winnertentoonstelling
Het Rashonden Album (H.A. Graaf van Bylandt)
De Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland
Stichting Gedrag, Gehoorzaamheid en Behendigheid
De Hond van het Jaar Show
De Cynophiliaprijzen

Het heden

Inmiddels zijn we zo’n 130 jaar verder. Wat betekent de Koninklijke Nederlandse Kennelclub op dit moment nog voor de Nederlandse kynologie en zeker zo belangrijk wat kan zij betekenen in een tijd dat de rashond op aangeschoten wild begint te lijken. Tijd dus om een aantal vragen bij het bestuur neer te leggen. Een bestuur dat op dit moment bestaat uit mevrouw Diana Striegel en de heren Carel Canta, Dick Rutten, Wout Arxhoek en Ton Hoffmann.

Crisis

Als men kritisch terugkijkt in de recente geschiedenis van deze vereniging, ontstaat er rond 2008 een kentering. Als er al een beleid gevoerd wordt, dan is dat zeker niet in het voordeel van de vereniging. Dit is een bijzonder gevoelig punt om aan te kaarten, omdat mensen zich in persoon aangesproken kunnen voelen. Toch komt duidelijk naar voren, in diverse gesprekken, maar ook in de verslaglegging uit die jaren, dat er te weinig beleid was. Voor de duidelijkheid, Cynophilia bestaat in die tijd uit het ‘bureau’ met een aantal betaalde werknemers en een bestuur. Een situatie, die vergelijkbaar is met de taakverdeling, zoals wij die nu kennen binnen de Raad van Beheer. Het bestuur vormt het beleid, dat uitgevoerd wordt door het bureau en dat zijn eigen inbreng heeft. Cynophilia verzet veel werk, niet alleen waar het gaat om de organisatie van de Winner Tentoonstelling of de Hond van het Jaar Show, maar ook op het gebied van de opleidingen en de diverse takken van hondensport. Al in 2008 geeft de financiële commissie aan zich zorgen te maken over het verlies van 2007 en dat er gestreefd moet worden om de activiteiten kostendekkend te laten zijn. Te veel wisselingen in het bestuur, een verhuizing naar een veel te duur kantoorpand en een waardedaling van de aandelen dragen eraan bij dat een financieel gezonde vereniging, die voldoende geld in kas had om bijvoorbeeld de jaarlijkse Winner tentoonstelling te organiseren, in zwaar weer terecht dreigt te komen. Dat de gemoederen hoog opgelopen zijn, blijkt wel uit het gegeven, dat staande een vergadering in 2011 de recent aangetrokken tweede financiële man, Luut van Veldhuizen opstapt. Hij wil niet langer medeverantwoordelijkheid zijn voor het beleid en kan zich niet langer verenigen met de gang van zaken.


Noodgedwongen verlaat Cynophilia het gehuurde kantoorpand in Driebergen en vindt een nieuw onderkomen in Amersfoort. In deze tijd proberen de medewerkers van het bureau de lopende zaken zo goed als mogelijk af te handelen. De onrust binnen het bureau, maar ook de onzekere toekomst van Cynophilia wordt pijnlijk duidelijk en opnieuw treden er een aantal nieuwe bestuursleden aan.

2014

Wij schrijven 21 augustus 2014 als drie van de vier zittende bestuursleden van Cynophilia hun functie als bestuurder neerleggen. Er wordt tijdens de vergadering een ander bestuur gevormd, bestaande uit de dames Striegel, secretaris, Diana van Bree, agility, en de heren Luut van Veldhuizen, penningmeester en Carel Canta, voorzitter, als aanvulling op het enige bestuurslid dat is aangebleven Ton Hoffmann (sporten). Haast is geboden en op de eerstvolgende zondag wordt er een vergadering bij één van de bestuursleden thuis belegd. Helaas blijkt de financiële situatie dermate slecht te zijn dat, weliswaar met pijn in het hart, één van kerntaken van Cynophila, de sporten per 1 januari 2015 zalworden overgenomen door de Raad van Beheer. Ook de andere kroonjuwelen de ‘Winner’ en de ‘Hond van het Jaar Show’ zullen in de toekomst door de Raad van Beheer georganiseerd gaan worden. Een bittere pil voor het bestuur, dat echter geen enkele keuze heeft, zeker nu zij zich geconfronteerd ziet met grote financiële problemen. De al eerder genoemde ‘rode draad’ speelt ook nu weer een alles overheersende rol: er is géén geld, maar wél een dreigend faillissement. Ditmaal zijn er helaas geen draagkrachtige leden om de vereniging te redden. Met kunst en vliegwerk ziet het dagelijks bestuur kans om de eindjes aan elkaar te knopen om op het nippertje een bankroet te voorkomen. Nadat de sporten uit de portefeuille van Cynophila verdwenen zijn, ziet mevrouw van Bree geen taak meer voor zichzelf weggelegd en verlaat het bestuur. Oudgediende Ton Hoffmann blijft op zijn plaats en blijkt met de moeizaam verlopende overdracht van de administratie een vraagbaak te zijn voor de nieuwe bestuursleden.

Motivatie

De vraag die, als je de geschiedenis van Cynophilia) doorleest, als eerste boven komt is: ’Wat bezielt iemand om in zo’n failliete en op sterven na dode club te stappen?’ Duidelijk is wel dat niemand van het nieuw aangetreden dagelijks bestuur, voorzitter, penningmeester en secretaris enig idee heeft gehad van de problemen die zij zouden aantreffen. Ton Hoffmann, is het enige overgebleven bestuurslid. Hij heeft in 2006 de portefeuille Gedrag en Gehoorzaamheid (het huidige FCI-Obedience) van de onverwachts overleden Joop de Reus overgenomen. Als kandidaat voor de portefeuille Obedience, Diana van Bree, hiervoor uitgenodigd door het vorige bestuur, moet dit alles een onaangename verrassing zijn geweest. Vrij snel nadat ook deze tak van sport aan de Raad moest worden overgedragen, heeft zij het bestuur dan ook verlaten.

Het is een hard gelag geweest de werknemers van Cynophilia te moeten ontslaan en het gehuurde pand te ontruimen. Technisch gesproken was de Koninklijke failliet. Ere wie ere toe komt, Diana Striegel, als secretaris, heeft samen met Carel Canta en Luut van Veldhuizen, die opereerden als een soort financieel tandem, kansgezien deze waardige oude vereniging weer op de been te helpen. Terecht merkt Diana op, trots te zijn op wat er bereikt is. En dat mag ook!

Maar nu verder

Nog steeds gelooft het hele bestuur, dat het mogelijk moet zijn om een gezonde toekomst en bestaansrecht voor Cynophilia te creëren. Dat blijk ook uit de motivatie en het enthousiasme van de twee nieuwe bestuursleden, Dick Rutten (penningmeester) en Wout Arxhoek. Een nieuwe penningmeester is nodig, omdat Luut van Veldhuizen, zijn doelstelling ’Cynophilia’ in financieel opzicht weer gezond te krijgen, bereikt heeft. Bovendien wil hij meer tijd besteden andere zaken. Met het toetreden van Wout Arxhoek bestaat het bestuur weer uit 5 personen. Dit is weliswaar niet conform de statuten, maar de Algemene Vergadering gaat hiermee akkoord. Ook zij kijken absoluut niet weg van de problemen en de nog altijd onzekere toekomst. Medebepalend voor het bestaan van de KNK Cynophilia is of zij zelf kans ziet een betekenisvolle plek te creëren en of, zoals door één van de nieuwe bestuursleden terecht wordt opgemerkt, het haar ook gegund wordt. En juist die ‘gunfactor’ is iets waaraan het nog wel eens ontbreekt in de Nederlandse kynologie.

Kennis

Kennis van alle facetten over zaken die de hond betreffen is meer dan voldoende in huis. De vraag is wat gaat Cynophilia daarmee doen. Belangrijk is, dat zij niet gaat zitten afwachten. Zeker in deze tijd is er zoveel werk aan de winkel. De gemiddelde leeftijd van de leden van deze vereniging is echter een belangrijk punt van aandacht. Dat heeft te maken met het aanname beleid van de leden. Personen worden uitgenodigd door het bestuur, al dan niet op voordracht van één van de leden. Ook moet een aspirant lid over de nodige kynologische ervaring beschikken en een bijdrage willen leveren aan de kynologie in de breedste zin van het woord. Ideologie, integriteit en visie zijn een vereiste. Het lid zijn van de Koninklijke Nederlandse Kennelclub is niet vrijblijvend. Er kan een beroep gedaan worden op een vaardigheid of de specifieke kennis die een lid heeft. Bijkomend probleem is, dat in deze tijd jonge mensen, waarop deze omschrijving van toepassing is, met een lampje gezocht moeten worden en daarbij moeten zij ook nog tijd hebben. Het lidmaatschap van een vereniging moet een doel hebben. Het zou zo moeten zijn, dat het lidmaatschap van deze vereniging een uitdaging is. Over één ding kunnen wij het eens zijn, in deze tijd zijner uitdagingen voldoende. Van alle kanten wordt er gesproken over het imago van de rashond en wat moeten wij er aan doen. Maar, laten wij er dan ook iets aan doen!

Uitdaging

Het meest gemakkelijke is om achter over te leunen, kritiek te leveren en vooral te wachten op wat het eigen bestuur of de Raad van Beheer doet. Of liever nog, op wat zij niet gedaan hebben of juist te ventileren hoe fout iedereen toch bezig is. Er wordt veel gesproken over de ‘zorgelijke situatie’ rondom de hond. Hoezo ‘de hond’? Het gaat toch niet over alle (ras)honden? Wij hoeven niet weg te kijken van een aantal problemen die er zijn en waar wij in meer of mindere mate debet aan zijn. Maar het heeft ook geen zin om te blijven wijzen en achterom te kijken.


Is het niet de hoogste tijd dat Nederlands oudste kynologische vereniging afgestoft en wel, weer eens een platform krijgt? De vereniging is inmiddels uit de rode cijfers. Regelmatig komen er nieuwe leden bij met kennis van zaken en een hart voor de hond. Een groot voordeel is dat Cynophilia in financieel opzicht onafhankelijk is en geen belangen heeft of er ja, dan nee, voldoende stamboekhonden worden ingeschreven. Zij hoeft geen verantwoording afleggen aan bijvoorbeeld rasverenigingen of fokkers. Door die onafhankelijkheid is het juist deze vereniging die bruggen kan slechten in de algemene kynologie en wellicht daardoor de scherpe kantjes weet weg te werken.
Iemand vergelijkt de Raad met een omgekeerde piramide. Even cryptisch nadenken en dan ontstaat er een beeld. En ja, op die manier bekeken is het een wankel geheel. Aan de stabilisering van dit wankele evenwicht kan Cynophilia heel veel bijdragen, mits zij de kans krijgt, pakt en ermee aan de slag gaat. Daarnaast zal dat kleine topje van de piramide een niet te onderschatten stap moeten nemen. Delegeren, over eigen schaduwen en (voor)oordelen heenstappen, het is snel opgeschreven, maar dan?

Gezonde honden

Gezonde honden
Om actief bezig te zijn is een fitte, dus gezonde hond nodig. Het zijn de kynologenverenigingen, de eerste in de rij waar een pup met zijn baas naar toe kan gaan. Zij adviseren bij het opvoeden van de hond en kunnen mensen motiveren om meer met hun hond te gaan te doen. Toch zijn het juist deze verenigingen die zich vaak geconfronteerd zien met het vertrek van de cursisten na de puppycursus. Even terug in de tijd, toen de naam Cynophilia vrijwel onmiddellijk gelinkt werd aan G&G. Er is een tijd geweest, dat er bij bijna iedere KC een dergelijke training gegeven werd. Er is veel veranderd, G&G heet nu FCI Obedience, dit om beter aansluiting te vinden bij de andere FCI landen. Er zijn diverse takken van sport bijgekomen, die al dan niet in wedstrijdverband beoefend kunnen worden. Mensen met een jonge hond moeten wegwijs gemaakt worden in het fenomeen ‘hondensport. Het geven van vervolgcursussen zorgt ervoor dat een Kynologen Vereniging zijn leden binnen kan houden. Misschien is het een beetje in het vergeetboek geraakt, maar de belangen van de verschillende takken van sport en alles wat daar mee te maken had, zijn tot 2015 behartigd door Cynophilia. Waarom niet een gedeelte van de sporten overdragen aan Cynophilia? Wij hebben niet voor niets een bestuurslid, keurmeester FCI Obedience binnen het bestuur!

Rasverenigingen dienen het belang van een bepaald ras. Ieder bestuur en de leden willen toch maar een ding: een gezonde rashond. Over hoe dat te verwezenlijken, kunnen de mening sterk uiteen lopen als we het aantal verenigingen voor één ras in ogenschouw nemen. Ondanks soms heel vervelend verlopende, op de man gespeelde vergaderingen, hebben ook zij in principe slechts één doel voor ogen: een gezonde rashond. Bij een aantal vergaderingen is er uit de zogeheten deskundigenpool van Cynophilia een dagvoorzitter ingehuurd om de vergadering voor te zitten en dat heeft goed uitgepakt.

Kennis, specifieke raskennis is nodig om de hond te fokken die het ideaalbeeld, zoals beschreven in de rasstandaard, zo dicht mogelijk benadert. Een vorm van (na)scholing door ervaren fokkers of kenners van het ras zal een nieuwkomer binnen het ras verder kunnen helpen om te proberen een gezonde rashond te fokken. Ook hier zal er vermoedelijk over de eigen schaduw heengestapt moeten worden, maar het gaat om het behoud van onze rashond.

Het beoordelen van honden, op exterieur of op sportgebied ligt in handen van keurmeesters die daarvoor opgeleid zijn. Een verantwoordelijke taak die verder reikt dan je in eerste instantie denkt. Belangrijk is dat zij hun kennis ook na het afleggen van een examen bijhouden, maar ook eventuele ontwikkelingen of veranderingen op de voet volgen. Regelmatige (verplichte) nascholing zou ook hier kunnen helpen om veranderingen binnen een ras, positief of negatief, bijtijds te kunnen signaleren.

Gemeenschappelijk doel

Hoe uiteenlopend de belangen, verschillen en niet te vergeten de ego’s ook zijn, wij kynologen hebben uiteindelijk een gemeenschappelijk doel voor ogen: EEN GEZONDE RASHOND. Alleen het stappenplan verschilt nog wel eens. Eén ding staat echter vast, de andere kant opkijken en zeggen dat het wel meevalt, die tijd is geweest. Voordat het Coronavirus ons leven ging beheersen, was het al ‘2 voor 12 geworden voor de algemene kynologie om zelf doeltreffende maatregelen te nemen. Het RIVM, de minister, maar ook anderen die nauw betrokken zijn bij het welzijn van de hond hebben andere zaken aan hun hoofd. Dat neemt niet weg, dat een aantal besluiten over het welzijn van honden inmiddels genomen is er in een aantal gevallen al gehandhaafd wordt en dat de algemene kynologie zich tot het uiterste zal moeten inspannen om het tij te keren, voor zover dat nog mogelijk is.

Wat kan Cynophilia hieraan bijdragen?

Het bestuur en de leden van de KNK Cynophilia hebben feeling met datgene wat er in het veld speelt. Vanuit haar neutrale en ongebonden positie kan Cynophilia, als haar daar de mogelijkheid toe geboden wordt, helpen de Nederlandse Kynologie ‘weer gezond’ te krijgen. Zij moet daartoe natuurlijk wel in de gelegenheid worden gesteld. In goed overleg met de Raad van Beheer, eerder aangeduid als een piramide, moet het toch mogelijk zijn om, door de ‘gunfactor’, een aantal taken te verdelen. Cynophilia zal zichzelf opnieuw moeten uitvinden en afstoffen, maar er is absoluut toekomst voor deze vereniging. Behalve de al eerder genoemde advisering en ondersteuning bij verenigingen, moet zij zich profileren en dat ook uitstralen door weereen kynologische databank te zijn. Zij kan vanuithaar onafhankelijke positie alle stakeholders in het kynologisch speelveld informeren. Een gedeelte van de oude kerntaken kan aangepast weer opgepakt worden, bijvoorbeeld, kennisoverdracht, opleidingen of sporten. Het houden of organiseren van Webinars voor kleine en specifieke doelgroepen.  

Een goede samenwerking van het onafhankelijke Cynophilia met bijvoorbeeld de Raad van Beheer, ECGG, WUR en commerciële stakeholders zou veel kunnen bijdragen aan de toekomst van de (ras) hond, die ons allen toch zo na aan het hart ligt. Dit zijneen aantal van de mogelijkheden die de Koninklijke Kennel Club Cynophilia zou kunnen omarmen in de nabije toekomst.

Met een knipoog naar het verleden; Het Rashonden Album van H.A de Graaf van Bylandt, wordt gewerkt aan een overzicht van veranderingen in de 100 meest populaire hondenrassen. Publicatie hiervan zal per tien rassen terug te vinden zijn op de website van Cynophilia.

Bestuur KNK Cynophilia met dank aan Ellen Canta-Zintel.

april 2020