Drentsche Patrijshond

Drentsche Patrijshond

Oorspronkelijk doel

Een echte jachthond die geschikt is voor wisselende terreinen. Kleine velden met veel struikgewas maar ook open velden. De Drentsche Patrijshond jaagt onder het geweer en is een goed apporteur en verlorenzoeker. Qua snelheid is hij niet te vergelijken met de buitenlandse rassen; hij werkt grondig en neemt wat meer zijn tijd.

Beknopte geschiedenis

Hoe lang de Drentsche Patrijshond al in de provincie Drenthe voorkomt, is moeilijk te zeggen. De Drentsche bevolking is wat wantrouwend voor vreemde invloeden en de inmenging met snelle en ‘betere’ buitenlandse rassen zijn mede daardoor aan dit ras voorbij gegaan. Eind jaren dertig, begin jaren veertig is actief gewerkt aan erkenning, niet zozeer door de Drenten die rashonden maar onzin vinden, maar door jagers en liefhebbers die deze unieke honden zuiver wilde houden voor de toekomst. Op 15 mei 1943 is het ras officieel erkend door de Raad van Beheer.

Vroeger	Nu
Nimrod 1943 HW

Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-224)

Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk

Een evenredig gebouwde hond, droog gespierd en scherp getekend, wiens lichaamsbouw kracht toont en het vermogen tot het ontwikkelen van de voor de jachthond nodige snelheid. Hij heeft een licht wigvormig hoofd. De snuit is iets korter dan de lengte van de schedel, tamelijk droge lippen die niet overhangen. De vacht, hoewel op het lichaam niet bepaald lang, typeert zich door de goed behaarde oren en de iets rijkere beharing aan hals en borst, de bevedering van voor- en achterbenen en door de rondom lang behaarde, bossige staart – als een lange beharing.

Het moet een functioneel gebouwde hond zijn, zonder enkele vormen van overdrijvingen. Stevig gebouwd en krachtig om in het ruige Drentsche landschap de hele dag te kunnen werken. Het bekken is vaak wat sterker hellend, meer dan je zou verwachten, dit maakt het springen over het struikgewas en heidevelden makkelijker.

Huidig uiterlijk

Er is vrij veel variatie in de huidige populatie waarbij tengere en zware honden elkaar afwisselen. Het merendeel van de honden voldoen prima aan het rasbeeld dat Nimrod, waarop de rasstandaard is geschreven, laat zien.

Gedrag volgens rasstandaard	Oorspronkelijk doel in relatie met gedrag
De Drentsche Patrijshond is trouw en intelligent en daardoor met een goede opvoeding en training, een huisgenoot van bijzondere waarde. De hond mag gereserveerd zijn, maar niet angstig. Tijdens het jagen blijft hij vlakbij de jager en houdt contact.	De genoemde eigenschappen stellen de hond in staat om met een minimale (deskundige) training een prima jachthond te zijn.

Huidig gedrag

Kan wat gereserveerd zijn tegen vreemden en reuen wat macho in het gedrag. Met een goede opvoeding heb je er een maatje voor het leven aan.

Gezondheid *1

Zoals bij ieder levend wezen komen er bij de hond ziektes voor. De rasverenigingen hebben hun fokbeleid hierop afgestemd. Epilepsie komt binnen het ras voor. Door zorgvuldig fokken is dit van 15% teruggebracht naar 2-5% Om te fokken via de vereniging moet een oogonderzoek plaats vinden, PRA cataract, entropion en ectropion komen af en toe voor. ED komt voor en in mindere mate HD.

Overig / Aandachtspunten

—

Bron

• Fédération Cynologique Internationale (FCI)
• Raad van Beheer (RvB)
• Graaf van Bylandt
• Hondenwereld
• Rasvereniging
• Diverse kenners van het ras.